Mager vlees, rijk van smaak

Over vet in vlees doen nogal wat misvattingen de ronde. Vet in vlees is meer een smaakmaker dan een dikmaker. Het bepaalt smaak, malsheid en sappigheid. De hoeveelheid vet in vlees varieert, maar mager vlees is zeker niet minder rijk van smaak!

 

Enkele voorbeelden

Onder mager vlees verstaan we: vlees dat minder dan 10 gram vet per 100 gram vlees bevat.  Voorbeelden? Een varkenshaasje is even mager als kippenvlees en als mager rund- en kalfsvlees (ongeveer 2 g vet per 100 g). Een varkenslapje, mager varkensstoofvlees en een magere varkenskotelet bevatten respectievelijk 4 g, 6 g en bijna 10 g vet per 100 g. Mager vlees bevat bovendien eerder enkelvoudig onverzadigde (gezonde) vetzuren dan verzadigde.

 

Rundvlees

Ook rundvlees bij Renmans is meestal mager vlees. Een magere biefstuk, een tournedos en rosbief bevatten minder dan 3 g vet per 100 g vlees. Rundergehakt en een entrecote bevatten respectievelijk 5 en 9 g vet per 100 g. Ook kalfsvlees is doorgaans mager tot zeer mager vlees. Een kalfsgebraad bevat amper 1 g vet en een kalfskotelet en een kalfslapje nog geen 2 g vet per 100 g.

 

 

Indeling volgens UZ Leuven
(voeding tijdens zwangerschap):

  • Zeer mager: 0 - 5 g vet/100 g
  • Mager: 6 – 10 g vet/100 g
  • Gemiddeld vet: 11 – 20 g vet/100 g
  • Vet: 21 – 30 g vet/100 g
  • Zeer vet: > 30 g vet/100 g